Microscopen bestaan wezenlijk uit twee optische delen, het objectief en de oculair, die door een tubus met elkaar verbonden zijn. De belichtingsinrichting bestaat in de regel uit een lamp die in het statief is gebouw en die via de collector (lens of lenssysteem vlak voor de lamp) achter het diafragma aangepast kan worden.
De condensor van de microscoop is vaak een gecompliceerd lens- of spiegelsysteem, dat het diafragma in het objectvlak afbeeld. Het objectief van de microscoop levert een vergroot reëel tussenbeeld van het object, welke met een oculair nog eens vergroot kan worden. Om het object met beide ogen te bekijken, rust men de microscoop met twee oculairs (Binoculaire microscoop) uit.
In de belichting onderscheid men de doorlichtmicroscoop, waarbij zeer dunne transparante objecten doorgestraald worden. Daarnaast is er de reflectielichtmicroscoop voor het onderzoeken van oppervlakten en ondoorzichtige objecten. Wij bieden u in ons assortimenten microscopen en cameramicroscopen een veelvoud aan gebruikersmogelijkheden (laboratorium, onderzoek, werkplaats, hobby….). Enkele van deze meetinstrumenten kunnen via een USB-poort gegevens overdragen op een laptop of PC. Op deze manier kunnen onderzoeken gelijk gedocumenteerd worden of kunnen ze aangesloten en zichtbaar gemaakt worden op een groter beeld. Tevens is het mogelijk om door het gebruik van een micro-oculair uw eigen microscoop uit te rusten tot een goedkope en gemakkelijk te bedienen cameramicroscoop met directe beeldoverdracht naar PC.
Mocht u nog vragen hebben over de microscopen dan kunt u telefonisch contact met ons opnemen op
nummer +31 (0) 53 737 01 92.Onze technische medewerkers en ingenieurs geven u graag meer advies over deze
microscopen en al onze andere producten op het gebied van meettechniek,
weegtechniek en
regeltechniek.
Wij
hebben microscopen van de volgende fabrikanten in het
assortiment:
U treft de technische gegevens over onze
microscopen aan wanneer u één van de volgende links aanklikt:
|
De inzetmogelijkheden voor de microscopen en cameramicroscopen zijn bijna grenzeloos.
Voor de microscopen zijn natuurlijk ook extra toebehoren beschikbaar : Software-kit (software en datakabel) voor directe overdracht van waarnemingen op PC.
|
|
|
|
Microtoom
|
Software-Kit
|
Objectdrager/ Dekglaasjes
|
Microscoop
tools
|
Gebruik van microscopen
Bij gebruik van een microscoop worden vaak twee fouten gemaakt:
- Er wordt teveel vergroot.
Voor de waarneming van eenvoudige transparante objecten is het voldoende voor de beginner om een vergroting van tussen de 50x en 300x te
hanteren. Alleen bij waarneming van objecten die met een microtoom gesneden en daardoor zeer dun zijn, is een hogere vergroting zinvol.
Evenzo worden zeer hoge vergrotingen (1000
x en hoger) bij de waarneming van bloeduitstrijkjes gebruikt.
- Het preparaat wordt door verkeerde instelling van het objectief verstoord.
Bij hogere vergrotingen kan de focus liggen op het punt dat het objectief het preparaat bijna raakt. Voor een
juiste instelling wordt het objectief
daarom eerst tot net boven het preparaat geplaatst. Daarna kijkt men door het oculair en stelt voorzichtig de beeldscherpte in.
|
|
|
Hierboven ziet u verschillende soorten cameramicroscopen tijdens praktische inzet
|
Schoonmaken van de microscopen
Voor een juist gebruik is het belangrijk om schone optieken te hebben. Stof is vaak het grootste probleem voor
het krijgen van verstoorde beelden. Stof kan uiteindelijk ook glasvlaktes beschadigen. De stofkap dient ter
bescherming van de microscoop en is daarom een belangrijke maatregel om schade te voorkomen.
Als u de microscoop na gebruik afdekt en deze daarnaast regelmatig met een vochtig doekje reinigt, blijft de
microscoop goed. Open uitgangen bij de buis dienen eveneens afgedekt te worden. Naast stof leveren zand,
vingerafdrukken, resten van vorige schoonmaakpogingen, soms ook problemen op.
Belangrijkste componenten van een microscoop
Moderne microscopen bestaan uit verschillende componenten. In de volgende afbeelding worden de belangrijkste
componenten verduidelijkt. Cameramicroscopen bezitten in plaats van een oculair vaak een LCD-scherm.
|
1. Oculair
2. Microscooparm / tubusdrager
3. Objecttafel
4. Groot-/ fijninstellingsknop
5. Objecttafel/ hoogteverstelling
6. Microscoopvoet
7. Microscoopverlichting
8. Condensor
9. Preparaatklemmen
10. Objektief
11. Objektiefrevolver
12. Tubus
|
Het statief van de microscopen en cameramicroscopen bevat de volgende componenten:
De Microscoopvoet is de grondplaat waarop alles gebouwd is. De tubusdrager is de kolom, waar het
optiek en de objecttafel bevestigd zijn. De tubus is het meest schuine, zelden loodrechte gedeelte aan de bovenkant van
de microscoop. De werkplaat, die voorzien is van een gat, noemt men de objecttafel. Voor het scherpstellen zijn
meestal twee instelwielen voorhanden, de grove en de fijne focus. Alle verdere bestandsdelen die men voor de
verlichting en vergroting van de preparaten nodig heeft, worden de optiek geregeld. Het kijken met een
microscoop vindt plaats door een oculair, die zich in de tubus bevindt. Boven het object zijn de objectieven
geplaatst, die door de revolver snel gewisseld kunnen worden. Onder de objecttafel van de microscoop bevindt
zich een lenssyteem, de condensor. Voor verlichting van de preparaten wordt een
microscooplamp of een spiegel gebruikt.
Informatie betreffende het gebruik:
- Microscopen veilig en omhoog afstellen.
- Aansluiten van de microscopen in stop contact.
- Objecttafel helemaal naar onder draaien.
- Kleine objectief op de revolver draaien.
- Objectdrager zo ophangen dat het object in het midden van het gat ligt.
- Draaiwiel van de grove focus aandraaien. Van de zijkant waarnemen of het dekglas niet kapot gedrukt wordt.
- Met het juist diafragma de belichting corrigeren. Hoe meer de opening gesloten is, hoe scherper het beeld.
- Het volgende grotere objectief van de revolver gebruiken. Het object moet duidelijk te zien zijn; wanneer niet,
probeer dan met een kleiner
objectief opnieuw te centreren.
- Voorzichtig scherp stellen – geringe objectafstand! Met het diafragma licht ophelderen.
- Optisch aftasten (focussen) van het beeld door minimaal te draaien aan draaiwiel van de grove of fijne focus.
- Eventueel de objectdrager voorzichtig verplaatsen, waardoor de typische structuur van het object zichtbaar
wordt
Overwegend worden Stereomicroscopen gebruikt voor de detectie van interne eigenschappen. Bij een blik in
de stereo-optieken zien onze ogen een beeld van hetzelfde object vanuit twee verschillende hoeken. Zo ontstaat
een driedimensionale ruimtelijke indruk.
Microscoop-vergroting
De Microscoop-Vergroting is het product van de vermenigvuldiging van het objectief met de oculair.
Bijvoorbeeld Stereo Zoom-Microscopen: Oculair 12,5-voudig en Zoom-objectief van 0,8-voudig tot 4,0-voudig
geven gezamenlijk een vergroting van 10-voudig tot 50-voudig.
Zoom-Vergroting
De meeste stereo-Microscopen hebben een traploze variabele instelmogelijkheid voor vergroting.
Focus
Stereo-Microscopen tonen bij een kleine vergroting vaak een focus van tien millimeter, wat er voor zorgt dat
een plastische beeldimpressie aanzienlijk verhoogt.
Werkafstand
Het is goed wanneer er een vrije werkafstand bestaat tussen het object en de onderste objectieflens. In de regel
is 80 tot 120 millimeter ideaal, afhankelijk van het materiaal waar de microscoop van gemaakt is.
Typerend voor goede optieken is 20 tot 25 millimeter bij een 10-voudige vergroting.
Gezichtsveld
Maatstaf is de diameter van het waargenomen microscoopbeeld bij 10-voudige vergroting. Dat is een
kwaliteitskenmerk van elk optiek en kan door een leek onmiddellijk gecontroleerd worden. Vuistregel is:
Hoe kleiner de vergroting, hoe groter de gezichtsvelddiameter.
Samenhang focus en vergroting
De focus is het afstandbereik voor en achter het brandpunt, waarin het beeld op scherpe wijze verschijnt.
Hoewel de focus van verschillende factoren afhankelijk is, speelt de vergroting van de microscoop een belangrijke
rol bij het bepalen van de grootte van het afstandsbereik. Over het algemeen geldt: Hoe sterker de vergroting,
hoe kleiner de focus. De beeldcompositiefunctie speelt daarin een grote rol. Digitale microscopen maken bijv.
een wezenlijk efficiëntere weergave van een volledig scherp gesteld oppervlakte.
Resolutie en contract van een microscopisch beeld instellen
Onder de objecttafel van de microscoop bevindt zich de condensor, welke uit een lenzensysteem en een
Irisdiafragma bestaat. Het diafragma zorgt voor een optimale belichting voor elk objectief. Wordt
het diafragma geopend, dan stijgt de resolutie bij een afnemend contrast. Bij het sluiten is het omgekeerde
proces gaande; de resolutie neemt af en het contrast neemt toe. De functie van het diafragma is om een
optimale balans te vinden tussen resolutie en contrast. Bij een fasecontrast – of een donkerveld-microscoop
heeft het diafragma geen functie en wordt voor het vermijden van storingen daarom volledig geopend.
Wat heeft u nodig voor het gebruik
- Oculairen en objectieven van de microscopen moeten niet vies zijn. U ziet anders een vlak beeld.
- Verlichting inschakelen.
- Het kleinste objectief bevindt zich boven de objecttafel.
- Objectdrager met de Klemmen op de objecttafel aanbrengen.
- Het preparaat onder het dekglas bevindt zich in het midden boven de condensorlijn.
Instellen van een scherp beeld
Sluit het diafragma bij de condensor ongeveer voor de helft. Beweeg nu langzaam met behulp van het draaiwiel de
grove focus van het kleinste objectief van de microscoop naar de objectdrager toe, waarbij u gelijktijdig door
het oculair kijkt. Wanneer u de cellen van het object kunt herkennen, stel dan met de fijne focus de scherpte
precies in. Regel dan de helderheid met de regelknop voor de verlichting tot een aangename lichtsterkte. Bezit
uw microscoop geen regelbare verlichting, sluit dan het diafragma bij de condensor wat meer.
Fluorescentie
De groene bladkleurstof (Chlorophyll) van planten, fluoresceert bij contact met kortgolvig licht door de natuur in
een intens rood licht. Voor het observeren van deze primaire fluorescentie is geen verdere voorbereiding bij het
gebruik van de microscoop vereist. Bij een secundaire fluorescentie worden niet zelf-fluorescerende objecten met
een fluorescerende kleurstof gemarkeerd (Fluorochroming) Een bekende fluorescerende kleurstof is bijvoorbeeld
acridine oranje, waarbij celkernen (chromatine en nucleoli) bij contact met blauw licht een groene fluorescentie laten
zien. Omdat de fluorescentie alleen door de voorbereiding met de fluorescentiekleurstof getoond wordt, spreekt men
ook van geïnduceerde fluorescentie.
Bij Immunofluorescentie wordt een fluorescerende kleurstof (meestal FITC = fluoresceïne iso-thio-cyanaat)
gekoppeld aan een anti-lichaam. Deze antilichamen kunnen worden gegenereerd voor zeer specifiek bepaalde
biologische structuren. De binding van het fluorochroom wordt quasi gemedieerd door het antilichaam.
Dergelijke fluorochromingen zijn zeer selectief, maar niet zo intens als bij de gebruikelijke secundaire fluorescentie.
Omschakelen naar grotere objectieven
Breng het preparaat, dat u nader wilt bekijken, door verschuiven van de objectdrager in het
beeldmidden. Draai nu met de revolver naar het op een na grootste objectief. Meestal is het nieuwe beeld
al bijna scherp. De instelling van de scherpte gebeurt alleen nog met het draaiwiel van de fijne focus. Bij het
grootste objectief gaat dit precies zo.
Wat u bij sterke vergrotingen moet
weten
Bij sterke vergroting moet het diafragma van de microscoop niet te ver dicht gedraaid zijn, omdat u de lijnen in het
beeld dan dubbel ziet en het beeld onscherp wordt. U moeten het diafragma dan verder open draaien. Wanneer
het diafragma helemaal open is, kan het beeld juist weer zo vlak zijn dat u nauwelijks nog iets herkent.
Dan moet u het diafragma weer een stukje dicht draaien. Blijft bij juiste instelling een enigszins vlak beeld bestaan,
dan is waarschijnlijk het oculair of het objectief vies. In dit geval dient u de vieze lens te reinigen.
Reflectielicht- en Doorlicht Stereo-Microscopen
Deze microscopen worden hoofdzakelijk voor waarnemingen van grotere objecten gebruikt. Inzetgebieden zijn
bijvoorbeeld: onderzoek naar insecten, planten, munten of in materiaalonderzoek. De meeste klassieke
reflectielicht microscopen hebben een werkafstand van meer dan 40 mm. Daarom zijn deze microscopen bijzonder
geschikt voor grote objecten of bij materiaalonderzoek. Meestal worden deze microscopen als binoculaire modellen
aangeboden.
Digitale microscopen
Digitale microscopie is de tegenhanger van de conventionele lichtmicroscopie. Preparaten worden niet meer
direct door het oculair van de microscoop gezien, maar worden als virtueel gezamenlijk beeld weergegeven,
dat na het compleet scannen van een preparaat in de gewenste resolutie op de monitor wordt afgebeeld.
Een interne autofocus speelt hierbij een rol, zodat het beeld altijd in focus is en scherp waargenomen kan worden.
Deze beelden kunt u aansluitend nog op een groter beeldscherm zien. U kunt beelden ook opslaan in een
databank.
Doorlicht - Microscopen
Deze microscopen worden hoofdzakelijke voor waarnemingen van kleine doorschijnende preparaten en
vloeistoffen gebruikt. Inzetgebieden zijn bijv. onderzoek van bloed, cellen of planten. De klassieke
doorlicht-microscopen hebben meestal een zeer geringe werkafstand van onder de 4 mm. Daarmee is deze
wijze van gebruik alleen voor dunne/kleine preparaten geschikt.
De preparaten worden op glasplaatjes geplaatst en met zeer dunne dekglaasjes afgedekt. De doorlicht-microscopen worden meestal met een zeer hoge vergroting aangeboden (van 40-voudig tot over 1000-voudig). Bij een 1000-voudige vergroting moet men, om een bruikbare scherpte te krijgen, de luchtspleet
tussen dekglas en objectieflens met een druppel Immersie olie sluiten. Tot 400-voudig kan men met elk
instrument zonder speciale techniek waarnemen. Met een ander oculair kan de vergroting van de
doorlicht-microscoop nog verhoogd worden.
Elektronenmicroscopen
Hoog kwalitatieve laboratorium microscopen zijn elektronenmicroscopen. In een elektronenmicroscoop worden
lichtelektronen voor het maken van een weergave gebruikt. Een toename van de snelheid van de elektronen zorgen
voor een kortere golflengte en daarmee ook voor een hogere resolutie (omdat elektronen wezenlijk kortere
golflengtes bezitten als zichtbaar licht, kunnen ze ook kleinere structuren laten zien.) De oorspronkelijke beelden
zijn zwart-wit, omdat er van elektronen gebruik word gemaakt i.p.v. licht op een afbeelding. De hierbij gebruikte
elektronstraal wordt middels een wolfraam-kathode gegenereerd. Microscopen die gebruik maken van dit principe
zijn er in twee types: Transmissie- en rasterelektron-types. Het beste resolutievermogen van moderne microscopen bedraagt 200nm, bij REM 3nm en bij TEM zelfs 0,2nm.
Nog fijnere structuren kunnen met de rastertunnelmicroscoop en de atoomkrachtmicroscoop
zichtbaar gemaakt worden.
Mono, Bino of Trinoculair
Microscopen met monoculaire inkijk zijn voor starters in de microscopie qua aanschaffingskosten het meest
rendabel. U heeft geen verlies in de waarneming door de monoculaire inkijk. Voor langere en inspannende
waarnemingen zijn microscopen met binoculaire inkijk echter beter geschikt. Binoculaire Microscopen hebben
naast de standaard onderdelen een iets complexere prisma eenheid en een heldere verlichting.
Wanneer beelden opgeslagen moeten worden, zijn trinoculaire microscopen of zogenaamde cameramicroscopen,
geschikt. Dat zijn binoculaire microscopen met een extra tubus. Hier kan tijdens de waarneming een USB-
Camera opgezet worden, die de waarnemingen opneemt. De opgenomen beelden kunnen aansluitend op een PC
of Laptop overgedragen worden. Optioneel is er nog de mogelijkheid bij binoculaire microscopen om een
Micro-oculair aan te sluiten. Deze micro-oculair wordt gemakkelijk op de microscoop gezet. De micro-oculair biedt
u de mogelijkheid om u eigen microscoop op een goedkope manier tot een Videomicroscoop of Cameramicroscoop
uit te rusten.
Eisen aan de microscopen
Aan de uitrusting van microscopen voor speciale doeleinden worden bepaalde eisen gesteld.
Normale microscopen met een vergroting van 400 tot 600-voudig in het lichte gebied zijn in de regel
voldoende uitgerust. Bijzondere verlichtingsinrichtingen zoals een fasecontrast inrichting, een donkerveld methode
als wel een krachtige regelbare halogeenverlichting maken het mogelijk om kleine details te herkennen van
contrastarme objecten zonder het preparaat in te kleuren.
|